Griepinfectie tijdens zwangerschap is mogelijke verklaring voor aangeboren hartaandoening
Cardiologen UZ Leuven onderzoeken rol van infecties en milieufactoren bij hartafwijkingen bij pasgeborenen

Ongeveer 1 op de 100 kinderen wordt geboren met een hartafwijking. Bij een kwart van de mensen met een aangeboren hartaandoening is er een genetische verklaring. Maar bij 75 procent is de oorzaak onbekend. Cardiologen van UZ Leuven publiceerden zopas een studie in ‘European Heart Journal’ die een mogelijke verklaring biedt: zij zien een verband tussen infecties bij de moeder tijdens de vroege zwangerschap en een hartaandoening bij de baby. Meer onderzoek is nodig om voor die piste ook een oorzakelijk verband aan te tonen.
De analyse gebeurde op een zeer grote internationale dataset van meer dan 1,7 miljoen zwangerschappen. Daaruit blijkt dat vrouwen die in het eerste trimester een infectie doormaakten een statistisch verhoogde kans hadden op een aangeboren hartafwijking bij hun kind. Het gaat om een verband, geen oorzakelijk bewijs, maar het wijst volgens de onderzoekers op de noodzaak om de invloed van infecties, ontstekingen en omgevingsfactoren verder te onderzoeken.
De hypothese is dat milde infecties, zoals een gewone luchtweginfectie of griep, mogelijk een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van bepaalde hartafwijkingen. Vooral hartafwijkingen waarbij een gaatje in het tussenschot zit, lijken gevoelig voor infecties in het eerste trimester. Tegelijk willen de onderzoekers ook andere omgevingsfactoren zoals luchtvervuiling en sociaal-economische omstandigheden meenemen in toekomstig onderzoek. Ook het verband met ontstekingen zoals reuma willen ze verder onderzoeken.
Vaccinatie als preventie?
Prof. dr. Werner Budts, cardioloog in UZ Leuven: “Het is niet de bedoeling dat zwangere vrouwen zich ongerust maken: de kans blijft natuurlijk maar heel klein dat een griep tijdens je zwangerschap zou leiden tot een hartafwijking bij de baby. Maar als ziekenhuis en maatschappij kijken we naar het grotere geheel: als we van die 1 op de 100 kinderen die een hartafwijking krijgen zelfs maar een klein percentage kunnen vermijden, gaat het toch om een grote groep. Stel dat we kunnen aantonen dat een griep in het eerste trimester van je zwangerschap een rol speelt, dan zou je kunnen pleiten om vrouwen met een kinderwens in de winter te laten vaccineren tegen griep. Dat kan een aanzienlijke gezondheidswinst op lange termijn zijn.”
In een volgende fase willen de onderzoekers experimentele modellen opzetten om het effect van specifieke virussen op de hartontwikkeling te bestuderen. Daarnaast zouden ze kunnen nagaan of vrouwen die vóór de zwangerschap gevaccineerd zijn tegen griep, een lager risico hebben op een baby met een hartafwijking.
Groot Vlaams dorp
UZ Leuven is het grootste centrum in België voor de opvolging en behandeling van aangeboren hartafwijkingen en behoort ook tot de grotere referentiecentra in Europa. Jaarlijks worden er meer dan 4.000 patiënten met een aangeboren hartaandoening opgevolgd, van kindertijd tot volwassenheid. Daarnaast gebeurt er heel wat grootschalig onderzoek naar de oorzaken van aangeboren hartafwijkingen.
Prof. dr. Werner Budts, cardioloog in UZ Leuven: “We zeggen wel eens dat we met ons centrum aangeboren hartafwijkingen een groot Vlaams dorp opvolgen, van kindertijd tot op hoge leeftijd. Het is bijzonder om als arts je patiënten te zien opgroeien. We maken samen met hen hun puberteit mee, hun eerste job en eerste kinderen, maar vaak ook moeilijke momenten als operaties of harttransplantaties. Onze ambitie is niet alleen om onze patiënten uitstekend te behandelen, maar ook om de oorzaken beter te begrijpen en op termijn aangeboren hartafwijkingen te kunnen voorkomen. Deze publicatie is een eerste stap in het ontrafelen van het mechanisme bij aangeboren hartafwijkingen.”
Opgelet! De studie suggereert een mogelijk verband, maar het is nog te vroeg om daar concrete aanbevelingen uit af te leiden. Wat in het labo veelbelovend is, moet eerst nog bevestigd worden in verdere studies en klinische toepassingen. Een doorbraak in het labo betekent nog niet automatisch een doorbraak in behandelingen of diagnoses in het ziekenhuis.


