Kankerbestraling tijdens zwangerschap blijkt veilig voor ongeboren kind
UZ Leuven brengt eerste langetermijnresultaten van psychische en fysieke impact op het kind na radiotherapie bij zwangere moeder
Kankerbestraling tijdens de zwangerschap is veilig voor het ongeboren kind, zo blijkt uit een langlopende studie van UZ Leuven. Specialisten hadden tot op vandaag geen langetermijngegevens over het effect van radiotherapie van het bovenlichaam tijdens de zwangerschap, waardoor er in de medische wereld discussie was over de veiligheid ervan. Nu is er voor het eerst een studie die aantoont dat een foetus blootgesteld aan radiotherapie daar geen gevolgen van ondervindt op lange termijn. "Dankzij dit onderzoek kunnen artsen wereldwijd zich voortaan baseren op een medische studie in plaats van op theoretische modellen”, vertelt hoofdonderzoeker prof. dr. Frédéric Amant. De studie werd zopas gepubliceerd in The Lancet Child & Adolescent Health.
Het ontbreken van langetermijnresultaten over de impact van radiotherapie op het kind tijdens een zwangerschap zorgde voor heel wat discussies in de medische wereld. Artsen hadden als maatstaf enkel theoretische gegevens, zoals cijfers over straling na nucleaire rampen en de impact daarvan op de bevolking. Daarom kozen artsen vaak het zekere voor het onzekere en gaven ze er de voorkeur aan om een zwangere moeder met kanker geen bestraling te geven. Dat kan uiteraard gevolgen hebben voor de slaagkansen van de kankerbehandeling.
De Leuvense gynaecoloog prof. dr. Frédéric Amant en zijn team onderzochten tussen 2005 en 2023 43 kinderen van moeders die tijdens hun zwangerschap een kankerbestraling kregen. Het gaat om kinderen van uiteenlopende leeftijden. Het onderzoek was een combinatie van intelligentietesten, aandachts- en geheugenonderzoek, medisch onderzoek, gedragstesten en vragenlijsten voor de ouders. De resultaten van de studie zijn duidelijk: kinderen die prenataal aan radiotherapie werden blootgesteld, vertoonden op lange termijn geen verschil op neurocognitief, psychosociaal of fysiek vlak in vergelijking met hun leeftijdsgenoten. Zolang bepaalde veiligheidsdrempels niet worden overschreden, lijkt radiotherapie van het bovenlichaam tijdens de beginperiode van de zwangerschap niet schadelijk te zijn voor het ongeboren kind.
Geruststelling voor zwangere moeder
Radiotherapie van het bovenlichaam is een belangrijk onderdeel van de behandeling bij bijvoorbeeld een hersentumor, een schildkliertumor, borstkanker, de ziekte van Hodgkin, oogtumoren of hoofd- en halskanker. Tot op vandaag zochten artsen voor zwangere vrouwen met dat soort tumoren naar een alternatief voor bestraling, zoals chemo. Maar door af te wijken van de standaardbehandeling, kunnen de kansen op genezing kleiner zijn. Het onderzoeksteam van professor Amant toonde in eerdere studies al aan dat chemotherapie tijdens de zwangerschap veilig is voor het ongeboren kind.
Prof. dr. Frédéric Amant, gynaecoloog in UZ Leuven en hoofdonderzoeker van de studie: “Deze nieuwe studie is op de eerste plaats een geruststelling voor zwangere moeders: als zij getroffen worden door kanker en gebaat zouden zijn met een bestraling, hoeven ze niet te vrezen voor het gevolg op hun ongeboren baby. Afhankelijk van de plaats van de tumor in het lichaam en van het stadium van de zwangerschap, kunnen artsen ervoor kiezen hen radiotherapie te geven. Omdat de nood aan bestraling bij een zwangere moeder vrij zeldzaam is, waren er geen gegevens over de langetermijngevolgen voor het kind. Daarom waren er veel verschillende richtlijnen en procedures, die van land tot land en van ziekenhuis tot ziekenhuis verschilden. Onze studie zal nu internationaal artsen helpen die een beslissing moeten nemen over het al dan niet geven van radiotherapie.”
Deze studie werd mogelijk gemaakt door de steun van Kom Op Tegen Kanker, KWF Kankerbestrijding, Fonds Wetenschappelijk Onderzoek en Stichting Tegen Kanker. De studie was een nauwe samenwerking tussen prof. dr. Frédéric Amant, prof. dr. Lieven Lagae, prof. dr. Jurgen Lemiere, prof. dr. Maarten Lambrecht, prof. dr. Kristel Van Calsteren en Indra Van Assche.