Kans op kanker kleiner dan verwacht bij hoogbejaarden in rusthuizen
Europese studie werpt nieuw licht op kankerdiagnoses en −behandelingen bij zorgbehoevende ouderen
Een recente studie van de Europese Organisatie voor Onderzoek en Behandeling van Kanker (EORTC) kwam tot de vaststelling dat hoogbejaarden in woonzorgcentra twintig keer minder dan verwacht de diagnose kanker krijgen. Die bevinding sluit aan bij een bestaande theorie die stelt dat veroudering van lichaamscellen een natuurlijk beschermingsmechanisme vormt tegen ziektes. “Onze studie draagt bij tot nieuwe inzichten over veroudering en kanker, en suggereert dat een doorgedreven screening van kanker niet aangewezen is bij zorgbehoevende ouderen”, zegt prof. dr. Hans Wildiers, oncoloog in UZ Leuven en hoofdonderzoeker van de studie.
Ongeveer 60% van alle nieuwe kankerdiagnoses wordt gesteld bij mensen ouder dan 65. Ondanks dat kanker in het algemeen dus vaker voorkomt bij ouderen, is er weinig bekend over de optimale diagnose en behandeling op zeer hoge leeftijd. “Vooral bij kwetsbare, zorgbehoevende hoogbejaarden is kanker nog niet veel onderzocht, omdat patiënten van die leeftijd meestal niet deelnemen aan klinische studies”, zegt prof. dr. Hans Wildiers.
Daarom richtte dit onderzoeksproject zich op de subpopulatie van ouderen die in een rusthuis wonen. Zij vormen ongeveer 10% van de globale oudere populatie, maar zijn gemiddeld veel frêler en zorgbehoevender. Een jaar lang werden meer dan 4.000 van deze hoogbejaarden opgevolgd, verspreid over 39 Belgische rusthuizen uit het Armonea-netwerk, met een gemiddelde leeftijd van 87 jaar. Het doel was om het aantal nieuwe kankerdiagnoses en progressies van bestaande kankervormen in kaart te brengen. Daarnaast registreerde de studie de keuze om al dan niet een behandeling op te starten na de diagnose van kanker.
Twintig keer minder dan verwacht
Verrassend genoeg werden er slechts negen gevallen van kanker geregistreerd: vijf mensen kregen een nieuwe kankerdiagnose, terwijl bij vier anderen een bestaande kanker verergerde. In epidemiologisch onderzoek wordt dat uitgedrukt als 123 nieuwe kankerdiagnoses per 100.000 ‘persoonsjaren’. Dat aantal was zo’n twintig keer lager dan verwacht, aangezien kanker in de gehele populatie van 75-plussers ongeveer 2.500 keer per 100.000 persoonsjaren voorkomt.
Volgens prof. Wildiers zijn er verschillende mogelijke verklaringen voor dit verrassende resultaat. “Het kan dat niet alle gevallen van kanker in onze studiepopulatie werden gedetecteerd, al hebben we geprobeerd om de kans op onderschatting te verkleinen door de verzorgende teams in de rusthuizen vooraf goed in te lichten over de studie.”
Biologische balans tussen veroudering en kanker
Het lijkt waarschijnlijker dat er een biologische verklaring is. Vorige studies toonden al aan dat kanker toeneemt met de leeftijd en piekt in de bevolkingsgroep van 80-85 jaar, maar daarna weer licht afneemt.
De resultaten van de huidige studie zijn in lijn met een theorie die stelt dat de veroudering van lichaamscellen een natuurlijk beschermingsmechanisme is tegen opgelopen biologische schade. Cellen kunnen ofwel verouderen en daarmee op veilig spelen, maar wel minder goed functioneren, ofwel kiezen voor een herstelproces in de hoop ‘jong’ te blijven. Het laatste is risicovol omdat het kan leiden tot abnormale celgroei, zoals gebeurt bij kankercellen. Dat kan verklaren waarom mensen die het snelst verouderen, en daardoor het meest zorgbehoevend zijn, net een lagere kans hebben om kanker te ontwikkelen.
Prof. Wildiers: “We kunnen uit ons onderzoek besluiten dat het niet nodig is om doorgedreven kankerscreening uit te voeren bij zorgbehoevende, frêle hoogbejaarden.” Maar hoewel ‘actieve’ kanker weinig blijkt voor te komen bij die groep ouderen, raadt prof. Wildiers toch aan om ook voor hen medisch advies in te winnen bij een vermoeden van nieuwe of toenemende kanker. “Onze studie suggereert ook dat er zelden een correcte diagnostiek en behandeling gebeurt als er dan toch een kanker optreedt. Het welzijn van de patiënt staat voorop: vaak is een behandeling te zwaar of niet zinvol, maar in andere gevallen kan een minimale interventie, zoals antihormoontherapie bij borstkanker, toch een verschil maken en de levenskwaliteit aanzienlijk verbeteren.”
De resultaten van de studie, die financieel werd ondersteund door Armonea, zijn gepubliceerd in the Journal of Geriatric Oncology.
Foto copyright Shutterstock