Nieuwe biomerker voorspelt succes immunotherapie bij nierkanker
Leuvens team ontdekt moleculaire oorzaak van verschillen in respons op behandeling
Immunotherapie verhoogt de overlevingskansen bij nierkanker, maar slaat niet altijd aan. Een Leuvens onderzoeksteam ontwikkelde een nieuwe methode om te voorspellen welke patiënten er baat bij hebben. Hun studie, gepubliceerd in vakblad Nature Medicine, opent ook nieuwe pistes naar nog effectievere behandelingen.
Elk jaar krijgen bijna 2.000 mensen in België de diagnose nierkanker. Dankzij immunotherapie zijn de overlevingskansen bij uitgezaaide nierkanker de afgelopen jaren spectaculair gestegen: ruim de helft van de patiënten is 5 jaar na de diagnose nog in leven, terwijl dat vroeger maar 10 procent was. Helaas slaat de innovatieve behandeling niet bij alle nierkankerpatiënten aan.
Om te onderzoeken waarom er zo’n variatie is in de doeltreffendheid van immunotherapie, en in de hoop om beter te kunnen voorspellen bij welke patiënten de behandeling zal aanslaan, zette een Leuvens onderzoeksteam een grote retrospectieve studie op. Daarbij analyseerden ze heel wat stalen van nierkankerpatiënten die de afgelopen tien jaar in UZ Leuven behandeld werden met immunotherapie.
Moleculaire handtekening
Doctoraatsonderzoeker en oncoloog in opleiding dr. Lisa Kinget en postdoc Stefan Naulaerts: “We onderzochten zowel tumorbiopsies als bloedstalen met geavanceerde labotechnieken. Via machine learning combineerden we de genexpressie in de tumor met erfelijke kenmerken van het immuunsysteem van de patiënten, meer bepaald de HLA-genen, die in honderden variaties voorkomen. Zo slaagden we erin een ‘moleculaire handtekening’ te bepalen die een duidelijk verband toonde met de klinische respons en overlevingskansen. Die link konden we ook bevestigen op onafhankelijke stalen van meer dan 1000 nierkankerpatiënten uit andere internationale studies.”
Uit de labo-analyses bleek verder dat een succesvolle respons op immunotherapie gelinkt was aan een goede interactie tussen twee types immuuncellen, nl. CD8+ T-cellen en macrofagen.
Prof. Abhishek D. Garg, KU Leuven: “Vroeger bekeken onderzoekers de immuuncellen vooral op het niveau van individuele celtypes, wat tot te simpele biomerkers leidde. We dachten daardoor dat macrofagen ‘slecht’ waren voor immunotherapie. Met deze studie tonen we aan dat de interactie tussen verschillende types immuuncellen in een specifieke ruimtelijke context nog belangrijker is bij het bestrijden van nierkanker.”
Respons op immunotherapie voorspellen
Prof. dr. Benoit Beuselinck, medisch oncoloog in UZ Leuven: “In de toekomst hopen we onze methode te kunnen inzetten als biomerker om te voorspellen bij welke patiënten immunotherapie zal aanslaan. Het nieuwe inzicht dat de interactie tussen bepaalde T-cellen en macrofagen belangrijk is voor het succes van immunotherapie, opent interessante pistes voor toekomstige behandelingen. Momenteel zijn we druk bezig met het opzetten van nieuwe klinische studies naar combinatietherapieën om beide celtypes te stimuleren en beter te doen samenwerken, wat effectiever kan zijn dan de huidige behandelingen.”
Meer informatie
- Lees meer over nierkanker
- Lees meer over immunotherapie
- Lees de publicatie in het vakblad Nature Medicine. Deze studie werd mede mogelijk gemaakt dankzij de patiënten die deelnamen en dankzij financiële ondersteuning van Kom Op Tegen Kanker, FWO, KU Leuven, VLIR-UOS en Stichting tegen Kanker. De onderzoeksgroepen maken deel uit van het Leuven Kankerinstituut (LKI).