Nieuwste minipacemakers geschikt voor meer dan 80 procent van de patiënten

Eerste Belgische patiënten krijgen draadloze stimulatie in beide hartkamers in UZ Leuven

Draadloze minipacemakers brengen minder complicaties met zich mee dan de conventionele pacemaker. Ze bieden zo een veilig alternatief, maar de eerste generaties waren niet geschikt voor alle patiënten omdat tweekamerstimulatie niet mogelijk was. Daar komt nu verandering in: Leuvense cardiologen plaatsten voor het eerst een nieuw type minipacemaker dat toepasbaar is voor bijna iedereen die een pacemaker nodig heeft.

Artsen in UZ Leuven plaatsen jaarlijks ongeveer 400 pacemakers bij patiënten met een te traag hartritme. De meerderheid krijgt een conventionele pacemaker die onder de huid wordt ingeplant met elektriciteitsdraadjes naar het hart. Zo’n 20 procent van de patiënten komt in aanmerking voor een draadloos alternatief van de eerste generatie: een minipacemaker die rechtstreeks in het hart wordt geplaatst. De ingreep is daarbij minder invasief en het aantal complicaties tot de helft lager.

Stimulatie van twee hartkamers

De eerste generaties draadloze minipacemakers kunnen maar één kamer van het hart stimuleren, wat voldoende is bij hartritmestoornissen. Maar patiënten die stimulatie van het hele hart (bovenkamer en kamer) nodig hebben, komen er niet voor in aanmerking. Zij krijgen een conventionele pacemaker.

Recent werd een nieuw systeem ontwikkeld dat bestaat uit twee aparte minipacemakers die onderling communiceren en de kamer én voorkamer van het hart gelijktijdig kunnen stimuleren. Daardoor komen veel meer mensen ervoor in aanmerking: meer dan 80 procent van de patiënten die een pacemaker nodig hebben.

Internationale studie bij 464 patiënten

De producent van het nieuwe type voerde tussen 2022 en 2023 een grote klinische studie uit om de doeltreffendheid en veiligheid te testen bij de eerste 464 mensen wereldwijd. Als Europees referentiecentrum voor draadloze pacing werd UZ Leuven als enige Belgische ziekenhuis geselecteerd om deel te nemen aan de studie.

Vorige week kreeg de eerste Belgische patiënt buiten studieverband het nieuwe type draadloze minipacemaker in Leuven. De patiënt stelt het goed.

Prof. dr. Christophe Garweg, cardioloog in UZ Leuven: “Het nieuwe systeem met tweekamerstimulatie is een belangrijke doorbraak in dit domein. De nieuwe generatie draadloze pacemakers kunnen de conventionele pacemakers bijna volledig vervangen en in de toekomst de standaardbehandeling worden. Net zoals bij de eerste draadloze pacemakers verwachten we dat ook deze op termijn zullen worden terugbetaald.”

Meer over draadloze minipacemakers

De geleidingsdraden van een conventionele pacemaker veroorzaken soms complicaties, zoals infecties. Daarom zijn internationale onderzoekers en bedrijven al enkele jaren bezig met de ontwikkeling van draadloze alternatieven, bestaande uit minipacemakers met een minibatterij die rechtstreeks in het hart worden geplaatst. Als Europees referentiecentrum voor draadloze pacing is UZ Leuven nauw betrokken bij die innovaties. Lees een overzicht van onze vorige nieuwsberichten:

Het nieuwe type draadloze minipacemaker met tweekamerstimulatie werd ontwikkeld door de firma Abbott, die ook de klinische studie sponsorde. De eerste plaatsingen in UZ Leuven, zowel binnen als buiten studieverband, werden uitgevoerd door een team onder leiding van prof. dr. Christophe Garweg en prof. dr. Rik Willems.

Raadpleeg de studie hier

 

 

 

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over UZ Leuven

Als grootste universitaire ziekenhuis van België wil UZ Leuven grenzen verleggen door gespecialiseerde zorg en innovatieve behandelingen te combineren met menselijke aandacht en respect voor elke patiënt. Meer dan 10.000 gepassioneerde medewerkers geven elke dag de beste zorg op maat. Toekomstige zorgverleners en medewerkers krijgen in UZ Leuven een hoogstaande opleiding, met het oog op levenslang leren en innoveren. Als pionier in klinisch onderzoek denkt het ziekenhuis ook aan de patiëntenzorg van morgen.