UZ Leuven test nieuwe bewaartechniek zonder ijs voor longtransplantatie
Warmer bewaren van donorlongen vermindert weefselschade en vermijdt nachtelijke transplantaties
Een patiënt in UZ Leuven kreeg onlangs nieuwe longen die op ongeveer 6°C in plaats van op ijs bewaard werden. Door organen op een hogere temperatuur te bewaren, is er minder weefselschade, wat de kans op een geslaagde transplantatie vergroot. Bovendien laat het toe om de donorlongen langer te bewaren. Zo kan het ziekenhuis nachtelijke transplantaties vermijden, wat een enorme troef is voor het transplantatieteam. UZ Leuven testte als eerste Europese ziekenhuis de alternatieve bewaringstechniek voor donorlongen. De transplantatie verliep succesvol en de patiënt stelt het goed.
Een longtransplantatie is een levensreddende ingreep met verschillende uitdagingen. Naast het risico op afstoting op lange termijn treedt er orgaanschade op tijdens de bewaring van de donorlongen. Die schade is verantwoordelijk voor heel wat complicaties en een verlengde opname in het ziekenhuis na de transplantatie.
Warmere bewaring
Al meer dan vijftig jaar is de gouden standaard om donororganen rond 0°C te bewaren op ijs, waarbij ze verpakt zijn in een beschermende vloeistof en worden ondergedompeld in een koelbox met ijsblokken. In de tijdspanne tussen het wegnemen van het orgaan tot aan de transplantatie sterven de cellen langzaam af, waardoor de bewaringsperiode zo kort mogelijk moet gehouden worden en elke transplantatie een race tegen de klok is.
Prof. dr. Laurens Ceulemans, transplantatiechirurg in UZ Leuven: “Het was al eerder aangetoond dat weefsels beter behouden blijven op temperaturen iets boven de vriestemperatuur. Maar het is pas recent, dankzij technologische innovaties, dat dit principe ook toepasbaar werd voor donororganen.”
Speciaal bewaartoestel
De nieuwe techniek gebruikt een speciale bewaringsgel in een koelbox, ontwikkeld in de Verenigde Staten door de firma Paragonix Technologies. Het systeem laat toe om tot 48 uur een constante temperatuur tussen 4-8°C te behouden. In de VS werd het al bij meer dan 200 transplantaties gebruikt met succesvolle resultaten.
Onlangs kreeg in UZ Leuven de eerste Europese patiënt een longtransplantatie met de nieuwe techniek. De patiënt stelt het goed en mocht al na een tweetal weken naar huis. Het ziekenhuis zal in de toekomst de techniek verder uittesten.
Nachtelijke transplantaties niet meer nodig
Behalve de betere bewaring van weefsels, biedt de nieuwe bewaartechniek ook een meerwaarde voor zorgverleners: nachtelijke transplantaties kunnen nu worden uitgesteld tot de volgende dag. Prof. Ceulemans: “Het heeft heel wat voordelen om zo’n complexe ingreep tijdens de daguren te kunnen uitvoeren. Niet alleen zijn de chirurgen, anesthesisten en verpleegkundigen dan beter uitgerust, er is ook meer expertise aanwezig in de operatiezaal. We verwachten dat ook dat aspect de resultaten voor onze patiënten zal verbeteren.”
Als deze positieve ervaring wordt bevestigd bij meerdere patiënten en in andere transplantatiecentra, kan de techniek in de toekomst de nieuwe gouden standaard worden. Mogelijk zal de meerwaarde ervan ook blijken voor andere transplantatieorganen.
UZ Leuven als expertisecentrum
In 2021 werden in UZ Leuven 366 orgaantransplantaties uitgevoerd of 39,3% van alle orgaantransplantaties in België. Er werden in totaal 119 longen getransplanteerd tijdens 58 dubbele longtransplantaties en 3 enkele longtransplantaties.
UZ Leuven bouwde een internationale reputatie op in bewaartechnieken van alle transplantatieorganen (lever, hart, nieren en longen). Die verwezenlijkingen zijn het resultaat van doorgedreven wetenschappelijk onderzoek en interdisciplinaire samenwerking.
De nieuwe innovatie van longbewaring maakt het ook mogelijk om de bestaande technologie van longmachineperfusie verder te optimaliseren en de indicaties voor de verschillende bewaarmethoden verder te verfijnen.